| Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Dit geslacht telt slecht één soort Dionaea muscipula. De Venus' vliegenval is een rozet vormende plant, en groeit op zandige veengronden tussen grassen en verspreide naaldbomen. Het rozet bestaat gemiddeld uit vijf tot tien bladstelen, met aan de uiteinden voorzien van een tot 'vosseklem' gevormde bladschijf, die in de zon diep rood kan kleuren.
Gebruik alleen zuiver regenwater, gedemineraliseerd water of gedestilleerd water. Nooit gekookt drinkwater gebruiken, een deel van de kalk slaat weliswaar neer op de bodem, maar de ongewenste mineralen(voedingsstoffen) blijven in het water aanwezig, dus blijft ongeschikt voor deze plant. Drinkwater bevat kalk en mineralen, wat wortelrot veroorzaakt.
Zorg dat de plant aan het begin van iedere dag een volle schotel met water krijgt. Giet bij voorkeur in de schotel, niet op de plant. Gebruik een brede schotel van minimaal 2cm diep. Als de schotel aan het einde van de dag droog is, zal hij bijgevuld moeten worden. Zorg dat de grond steeds goed vochtig blijft.
Zorg in de winter dat de grond licht vochtig is. Laat de schotel met water opdrogen, voordat er weer water gegeven wordt. Afhankelijk van de hoeveelheid licht komt dit neer op 1 keer in de 1 á 2 weken water geven.
De Dionaea kan niet licht genoeg staan, zelfs direct zonlicht op de venterbank kan deze plant verdragen, mits de temperatuur niet boven de 37°C komt en de plant ruim voldoende water krijgt. Wanneer het niet mogelijk is om de plant in direct licht van buiten te plaatsen, plaats dan de plant onder een daarvoor geschikte lamp. Zorg voor een zodanige afstand tussen lamp en plant, dat de plant niet te warm wordt, maar laat de afstand niet groter worden dan zo'n 30cm.
De zogenaamde klemvallen hebben zich aan de uiteinde van de smalle bladstelen ontwikkeld. Eenmaal dichtgeklapt is ontsnappen vrijwel onmogelijk uit deze 'vosseklem'. Aan de randen van de klemvallen zitten tientallen stekels als tanden van een vork, die bij het dichtslaan in elkaar grijpen. Onder deze stekels zitten nectar klieren in een smalle band, waarmee prooidieren worden gelokt. In het midden van elke bladschijf staan drie tastharen. Als deze tastharen door een insect twee maal binnen 20 seconden worden aangeraakt slaat de val dicht (de sluitfase). Als de val door het tegenstribbelen van een insect gestimuleerd wordt, volgt de vernauwingsfase waarbij het slachtoffer wordt platgedrukt. In deze fase komen verteringssappen vrij waarmee het insect verteerd wordt. Een aantal interessante feiten over de vallen van de Dionaea: